Afbeelding

Jachtinstinct

Algemeen

Ik weet nog hoe blij ik als nog thuiswonende tiener was met mijn eerste hond. Kronkel heette ze en ze was een kruising tussen een Duitse staande en een Berner sennenhond. 't Was niet moeders mooiste. Beter gezegd: eigenlijk zag ze er niet uit. En ze had een heel eigenaardig loopje. Vandaar die naam. Ze was heel lief, maar ook zeer waaks. Dankzij haar afkomst had ze bovendien een fors postuur. Zolang zij er was hebben we op onze toch redelijk achteraf gelegen boerderij nooit last gehad van inbrekers.
Sindsdien heb ik meerdere viervoeters de mijne mogen noemen. Vijf stuks, om precies te zijn. Op één na allemaal kruisingen, dus in die vijf waren veel meer rassen vertegenwoordigd. Van sint-bernardshond tot bouvier, van rottweiler tot hovawart. Wat de meeste gemeen hadden, hondenkenners zien het al aan de opgenoemde rassen, was dat het flinke joekels waren. Dat had alles te maken met mijn (ik geef het toe: misplaatste) stoerheid. Ik hoor het me nog zeggen: "Ik ga niet voor gek lopen met zo'n schoothondje aan de lijn."
De laatste grote hond overleed en mijn liefste en ik besloten, dat er geen ander zou komen. We hadden vooruitlopend op mijn pensionering al wat meer vrije tijd gekregen en ik was flink aangetast door het fietsvirus. We hadden al een vut-rek (fietsdrager) aangeschaft, we fietsten al wanneer en waar we maar konden en waren vast van plan in de komende jaren nog veel meer kilometers onder ons weg te trappen. Bij zo'n hobby paste geen hond, daarover waren we het wel eens.
Maar ja…. Echte hondenliefhebbers weten het wel: een hondloze periode duurt meestal niet lang. Na een paar maanden al besloten we, dat we toch niet zonder zo'n trouwe huisgenoot verder wilden. "Maar laten we dan een kleintje nemen, die kan in een mandje mee op de fiets", opperde mijn vrouw.
Ik sputterde nog wat tegen, maar puur voor de vorm. Dus een paar weken later waren we weer met z'n drieën. Doerak is een zogenaamd boomertje, een kruising tussen een Malthezer leeuwtje en een jack russel. Inderdaad, een klein hondje. Maar dat beseft ze zelf niet. Ze gedraagt zich totaal niet anders dan haar veel grotere soortgenoten, is voor de duvel niet bang en hangt haar 'neefjes' (de twee joekels van honden van mijn schoonzus) regelmatig in de oren. Anderzijds is ze heel gehoorzaam en ontzettend lief. Lief tegen ons, tegen de kleinkinderen en…. tegen andere dieren!

Een konijntje dat op vijf meter afstand opduikt uit het gras kijkt ze vriendelijk aan, een haas die langs rent, keurt ze nauwelijks een blik waardig, een groep grazende reeën in een weiland bekijkt ze samen met mij, maar ze jaagt ze niet op. "Er zit totaal geen jacht in", zei een buurman smalend. Maar ik ben daar blij mee. Het betekent dat ik Doerak waar dat verantwoord is, rustig los van de lijn kan laten lopen. Bijvoorbeeld op dat dagelijkse ochtendrondje langs het vlakbij ons gelegen Huize De Kamp in Neede. Maar het was juist op die route, dat geheel onverwacht, Doeraks jachtinstinct toch nog ontwaakte. Eén diersoort bleek ze niet te kunnen weerstaan, daar moest en zou ze achteraan rennen: eekhoorns!
Waarom juist de eekhoorn haar zo tergt, ik weet het niet. Maar ze hoeft er maar een te ruiken of ze wordt helemaal wild. Dan volgt ze vanaf de grond de over de takken van de grote eikenbomen wegvluchtende 'prooi' en heeft ze verder nergens oog voor….

Enkele van die takken hangen over het water dat De Kamp omringt. En als je dan alleen maar naar boven kijkt, ja dan kan het natuurlijk gebeuren dat….. Inderdaad, Doerak nam onlangs een onvrijwillige duik in de gracht. En daar heeft ze van geleerd. Ze rent weliswaar nog steeds achter elke eekhoorn aan, maar ze kijkt niet meer alleen naar boven. En op hooguit twee meter van de gracht komt aan de jacht een einde. Want aan nat worden heeft ons hondje een gruwelijke hekel!

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant