Jan Brokken (l) en Judith Koelemeijer (r) Foto: DeSchepper&Co
Jan Brokken (l) en Judith Koelemeijer (r) Foto: DeSchepper&Co

Brokken en Koelemeijer trappen Boekenweek af

Algemeen

VARSSEVELD - Afgelopen zondagmiddag, toevalligerwijs exact drie jaar geleden dat een literaire avond met ‘Eus’ niet door kon gaan omdat - vanwege de coronapandemie - bijeenkomsten met meer dan 100 personen in heel Nederland per direct werden afgelast, waren er maar liefst twee auteurs te gast in het Borchuus. Ter gelegenheid van de Boekenweek had boekhandel Rutgers de schrijvers Judith Koelemeijer en Jan Brokken uitgenodigd.

Door Ria Tuenter

Koelemeijer en Brokken, die goed bevriend zijn met elkaar, vertellen over hun meest recente boeken, respectievelijk ‘Etty Hillesum - Het verhaal van haar leven’ en ‘De Kampschilders’. Beide boeken vallen in de categorie ‘literaire non-fictie’, hebben de Tweede Wereldoorlog als achtergrond en delen hetzelfde thema: hoe houdt de geest het vol onder barbaarse omstandigheden? “Een biografie schrijven is titanenwerk”, zegt Brokken. “Wij beschrijven de geschiedenis op literaire wijze. We verzinnen niets, blijven bij de feiten en gieten het in een verhaal. Daar heb je een goede dosis inlevingsvermogen voor nodig.”

In ‘De Kampschilders’ vertelt Jan Brokken het verhaal van de schilders Willem en Maria Hofker en Rudolf Bonnet, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in hetzelfde jappenkamp terechtkwamen als zijn vader Han en moeder Olga. Brokken: “Ik ontdekte dat Willem Hofker 150 mannen in het kamp van mijn vader had geportretteerd. Misschien zit mijn vader daar ook wel bij, dacht ik hoopvol. (Dit bleek overigens niet zo te zijn, RT) Door zijn getekende impressies kwam het kampleven tot leven. Ik was direct onder de indruk van de tekening die ook op de cover van het boek staat: een lopende Tom Pearson Cromwell, governor of the Christmas Isles. Een kleine, tanige man, met ontbloot bovenlijf, bamboehoed op zijn hoofd, waterzak in de hand en zweetdoek aan de riem van zijn broek. Een dwangarbeider, net als mijn vader, die uit werken gaat, maar met een enorme uitstraling: ‘verdomme, ik sla me hier doorheen!’ Zo moet mijn vader er ook uit hebben gezien en die instelling heeft hij waarschijnlijk ook gehad. Bij het laden en lossen van schepen kreeg hij een stokje voor iedere baal. Voor ieder niet behaald stokje, kreeg hij een zweepslag. De striemen op zijn rug waren ook na de oorlog duidelijk zichtbaar; een slagveld. Hij heeft er na de oorlog nooit, met niemand, een woord over gerept. En hij was niet de enige.”

In ‘Etty Hillesum – Het verhaal van haar leven’ beschrijft Judith Koelemeijer de geschiedenis van de Joodse Etty Hillesum. Sinds de eerste publicatie van haar dagboeken heeft ze wereldwijd miljoenen lezers geïnspireerd. Maar wie was zij eigenlijk? En in welke context zijn haar dagboekfragmenten te plaatsen? Op deze vragen probeert Koelemeijer in een periode van tien jaar de antwoorden te vinden. “Een enorme puzzel om alle feiten te laten spreken”, zegt ze hier zelf over. In 1941 begint Hillesum, op aanraden van haar therapeutisch handlezer en latere geliefde Julius Spier, met haar dagboeken. Koelemeijer: “Het bijzondere aan deze vrouw is dat ze al direct op zoek ging naar haar morele antwoord op de verschrikkingen van die tijd. Ze helpt verschillende keren Joodse studenten en in 1942 krijgt ze een baan als administratief medewerkster bij de Joodsche Raad. Ze had besloten het lot van haar volk te delen en niet onder te duiken. Ze wist ook niet wat er werkelijk gebeurde in de concentratiekampen. Niemand wist het. Etty ging zelfs werken als sociaal werkster in kamp Westerbork. Vanwege haar werk had ze een uitzonderingspositie en mocht ze vrij het kamp in en uit. Ze beschreef haar ervaringen over deze ‘hel’ in tientallen brieven.” In september 1943 wordt Etty met haar ouders en broer gedeporteerd naar Auschwitz, waar ze op 29-jarige leeftijd wordt vermoord.

Tijdens de Boekenweek, die nog duurt tot en met 19 maart, krijgt u bij besteding van € 15,00 aan Nederlandstalige boeken het Boekenweekgeschenk cadeau: de novelle ‘De eerlijke vinder’ van de Vlaamse Lize Spit.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant