Afbeelding

Bouwen met hout

Oerend Smart

Bij houten huizen denken veel mensen aan vakantiewoningen. Of ze associëren de bouwsels met Scandinavië en Noord-Amerika, waar vanouds veel met hout wordt gewerkt. De laatste tijd is er in ons land steeds meer aandacht voor houtbouw. Terecht, want deze bouwwijze leidt niet alleen tot visueel aantrekkelijke gebouwen, maar heeft ook tal van andere voordelen.

Om te beginnen is hout klimaatvriendelijker dan gangbare bouwmaterialen. Het is bijvoorbeeld lichter dan beton, makkelijker om te transporteren en verbruikt minder energie om het te bewerken. Het gevolg daarvan is dat hout een veel lagere CO2-uitstoot heeft. Bovendien: hout slaat CO2 op. Als je dat meerekent, kan een houten gebouw tijdens zijn levensduur zelfs leiden tot een negatieve CO2-voetafdruk, waarmee het per saldo winst oplevert voor het klimaat. Verder is er, anders dan vaak wordt gedacht, in Europa geen gebrek aan hout. Ruim een derde van het continent wordt bedekt door bossen en de productiecapaciteit daarvan kan nog fors omhoog. In ons eigen land maken rijk en provincies daar al werk van. Neem de Bossenstrategie 2030 die erop gericht is dat Nederland er binnen tien jaar tijd tien procent extra bos bijkrijgt oftewel een bosgebied dat vier keer zo groot is als de stad Utrecht. Dan een onverwacht voordeel dat voorkomt uit een nadeel: omdat bij het bouwen met hout weersinvloeden vrij spel hebben (denk aan vocht dat in het materiaal trekt), stimuleert dit opdrachtgevers en bouwers tot snelheid. Bij de bouw van de Amsterdamse Woontoren HAUT – op dit moment het hoogste houten gebouw van ons land – bleek het in elk geval zo te werken. Niet onbelangrijk in tijden van woningnood toch? En last but not least: de zichtbare toepassing van hout in een gebouw heeft positieve effecten op gebruikers, of het nu gaat om bewoners, werknemers of scholieren. Als ‘natuurlijk’ materiaal verlaagt hout ons stressniveau. Het werkt rustgevend en verhoogt het concentratievermogen en de productiviteit.

Het is dan ook logisch dat vooruitstrevende steden en regio’s houtbouw hebben omarmd. Zo hebben tachtig organisaties in de Metropoolregio Amsterdam in 2020 de Green Deal Convenant Houtbouw getekend. Daarin hebben ze afgesproken dat in 2025 twintig procent van de nieuwbouwwoningen in de regio van hout moet zijn. Ook Eindhoven timmert aan de weg met de bouw van twee houten wolkenkrabbers, de Dutch Mountains. Als deze ‘Nederlandse bergen’ af zijn, zijn ze in één klap ‘s werelds hoogste houten gebouwen. Daarmee doet ons land - de naam ‘Holland’ is afgeleid van ‘Houtland’ dankzij grootschalige scheepsbouw in de 17e eeuw - zijn naam eer aan. Kortom: waar wachten we nog op? Houtbouw heeft de toekomst. Of zoals een Chinese spreuk luidt: ‘De beste tijd om een boom te planten was twintig jaar geleden. De één na beste tijd is nu.’

Geograaf Gert-Jan Hospers schrijft over stedelijke en regionale ontwikkeling op menselijke maat

Bijschrift - Credit

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant