Ria Tuenter.

Ria Tuenter.

Column Ria Tuenter: Stil

Opinie

Al sinds 1990 is Goede Tijden, Slechte Tijden te zien op de tv. Soms volg ik de serie jaren niet en dan is er onverwacht een interessante verhaallijn en kijk ik weer een tijdje. Dat ‘kijken’ wil zeggen dat de dagelijkse gebeurtenissen in Meerdijk aan me voorbijtrekken terwijl ik ondertussen de was opvouw, de administratie doe of door sociale media scroll. Tot een paar weken geleden. Ik blijf plots gefocust kijken naar wat zich in het leven van de personages Rik en Shanti afspeelt. Hun dochtertje loopt bij de bevalling zuurstoftekort op en komt levenloos ter wereld. Het verdriet van de kersverse ouders om hun stilgeboren baby grijpt me bij de strot.
Ik moet meteen aan mijn moeder denken. Ook zij kreeg, voor mijn geboorte, twee doodgeboren kinderen. Ze vertelde me meermaals in tranen over dit levenslange trauma: “Ik heb ze nooit mogen zien, ze werden na de bevalling meteen bij me weggehaald. Zes en zeven maanden heb ik ze bij me gedragen en toen waren ze ineens weg.” Hoe afschuwelijk moet dit zijn geweest voor haar. Niet naar je kindje mogen kijken, niet kunnen knuffelen, geen naam, geen grafje, geen foto, helemaal niks. Alleen een lege buik en een gebroken hart. In die tijd dacht men nog dat verdriet het snelst geneest als je er niet over praat.
Hoe anders is het nu. Met de grootste zorgvuldigheid hebben de scenarioschrijvers van GTST aan deze verhaallijn gewerkt. Ik zie hoe moeder Shanti haar stille baby koestert, kust en tegen haar praat. Ook wordt de ongemakkelijkheid van hun naasten mooi in beeld gebracht. Het primaire gevoel om hard weg te rennen is voor veel mensen herkenbaar. Maar als kijker krijg je ook handvatten mee. Zo kun je bijvoorbeeld boodschappen doen voor de ouders of hen een simpel pannetje soep brengen. Ook een dekentje maken voor in het kistje is een prachtig gebaar. En als je niet weet wat je moet zeggen, is dat ook oké. Zolang je er maar open over bent. Op het moment dat papa Rik, die zich ook geen raad weet met zijn gevoel, zijn levenloze kindje voor het eerst uit haar wiegje durft te halen en teder tegen zijn borst drukt, schiet ik vol. Dit hebben mijn ouders dus nooit kunnen doen. Dat je geen afscheid kunt nemen van je kind en niet kunt rouwen, voelt ineens zo onmenselijk. Mijn hart breekt.
Toen mijn moeder vanwege vergevorderde dementie was opgenomen in een verpleeghuis, kwam op een dag het lang opgekropte verdriet naar boven. Terwijl ik richting mijn moeders kamer loop, spreekt een verzorgende mij aan. “Je moeder was vanmorgen erg verdrietig en had het steeds over een dode baby. Nu gaat het gelukkig weer goed met haar”, voegt ze eraan toe. Ik schrik van deze mededeling, maar weet natuurlijk meteen waar dit over gaat. Als ik even later mams kamer binnenstap, zie ik haar druk keuvelend en knuffelend met haar Popje. Haar gezicht straalt. “Jij bent mijn lieve meisje”, hoor ik haar zeggen. “Jij mag nooit bij me weggaan.”

Ik word even heel erg stil…

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant