Afbeelding

Column Ria Tuenter: Wie schrijft, die blijft

Opinie

Mijn favoriete start van de dag is, met een kop thee, even rustig de krant doornemen. Ik begin altijd met het vluchtig scannen van de voorpagina van de Gelderlander, om daarna snel om te slaan naar pagina 2. Daar staat links bovenaan steevast de column van Thomas Verbogt. Mijn favorietecolumnist. Met een enorme verbeeldingskracht schrijft hij over alledaagse, herkenbare situaties. Daarbij is hij nooit cynisch of veroordelend; altijd empathisch, zachtmoedig en vol verwondering.
Een paar weken geleden schrijft Verbogt hoe hij bezig is met het uitzetten van een speurtocht voor zijn kleinzonen van 10 en 7. Hij legt zijn vragen en opdrachten niet vast op zijn mobieltje. Hij houdt van opschrijfboekjes. Net als Verbogt, vind ook ik het heerlijk om mijn gedachten via een pen naar het papier te laten vloeien. Natuurlijk weet ik hoe handig een laptop is om teksten te schrijven. In mijn werk als tekstschrijver/redacteur of columnist kan ik absoluut niet zonder. Maar bij het verwoorden van hersenspinsels, gevoelens of gedachten zijn pen en papier voor mij onmisbaar. Een mooi notitieboekje en mijn favoriete Neulandfijnschrijver - 0,5 mm, aqua - maken de schrijfsensatie nog groter.

Toen ik in 1980 het examenjaar van het VWO nog een keertje over mocht doen en de meeste van mijn vrienden vanwege hun studie wél op kamers gingen, schreven we elkaar regelmatig brieven. Op ongebleekt kringlooppapier. Kantjes vol. Over onbereikbare liefdes, puberale onzekerheden of onze favoriete muziek. Van één dierbare vriend heb ik altijd een kistje met correspondentie bewaard. Af en toe lees ik zijn brieven nog eens. Ze blijven ontroeren, al huil ik soms ook van het lachen. Bijvoorbeeld als hij over zijn Amsterdamse hospita schrijft. Ze durft een vermogen te vragen voor een kamer van het formaat bezemkast maar stelt haar toilet alleen onder strikte voorwaarden beschikbaar. Een grote boodschap mag, plassen doet-ie maar in zijn wastafel. Als stil protest hing hij een poster van een aap op een wc-pot boven zijn bed. In grote letters schreef hij de naam van zijn hospita eronder: ‘Mevrouw Dunlop’.

De stapel bewaarde brieven vormen een mooi tijdsbeeld, maar zijn ook tastbare herinneringen. Wat ben ik blij dat er in de jaren 80 geen WhatsApp bestond. Dan was er waarschijnlijk niets bewaard gebleven en waren onze gevoelens nooit zo intens verwoord. De gedachten die je midden in de nacht, in je eentje, na diverse glazen wijn aan het papier toevertrouwd, zijn zoveel openhartiger, rauwer en hilarischer, dan de teksten die je via een appje verstuurt.
Laten we elkaar weer eens wat vaker een lieve brief of een aardig kaartje sturen. Wees niet bang voor spelfouten, het hoeft geen literatuur te zijn. Zolang je gevoel er maar in zit. Je doet er jezelf én een ander zoveel plezier mee. En… wie schrijft, die blijft!

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant