Afbeelding

Best wel

Opinie

Best wel

Op 4 mei keek en luisterde ik naar de toespraak van Dieuwertje Blok op De Dam. De krachtige manier waarop ze vertelt over haar joodse moeder, die zeventien was toen de Tweede Wereldoorlog begon, komt binnen. “Een joods meisje met levenshonger”, zo omschrijft ze haar. “Ze heeft tweeëneenhalf jaar ondergedoken gezeten en mocht toen amper geluid maken. Een meisje in de bloei van haar leven dat er niet meer mocht zijn.”
Na de herdenking op De Dam volgt de indrukwekkende documentaire ‘De 46 van Rademakersbroek’. Als Varsseveldse ken ik het achtergrondverhaal uiteraard. Op 2 maart 1945 worden 46 mannen uit de Kruisbergse gevangenis in een tarweveld bij Rademakersbroek geëxecuteerd door de Duitsers. Een vergeldingsactie voor het ombrengen van vier Duitse soldaten door verzetsgroep De Bark. Maar wie waren deze mannen? Daar weet ik weinig tot niets van. In de documentaire komen nabestaanden aan het woord, net als leden van De Bark en getuigen van de executie. Eén van de verhalen is dat van Stien Kortlang uit Ermelo, verteld door haar dochter Emily. De Duitsers zijn eind januari 1945 op zoek naar Stiens broer Luther omdat hij piloten heeft geholpen. Als ze hem niet thuis aantreffen, nemen ze zijn ouders, twee zussen en twee broers mee.
Als Luther zich bij hen komt melden, laten ze zijn familie weer vrij. Die boodschap vindt Stien als ze uit school in een leeg huis terugkomt. Het is een enorm dilemma of ze haar lievelingsbroer over het briefje zal vertellen. Ze besluit dit uiteindelijk wel te doen. Een maand nadat Luther zich heeft gemeld, komen zijn moeder en twee zussen vrij. Luther wordt geëxecuteerd bij Rademakersbroek. Zijn vader en twee broers treft zes dagen later eenzelfde lot. Samen met 114 anderen, worden ze op De Woeste Hoeve bij Apeldoorn gefusilleerd. Stien heeft zich de rest van haar leven mede schuldig gevoeld aan Luthers dood. Ik kijk met tranen in mijn ogen naar Emily’s aangrijpende verhaal.
Rond 2005 zit ik ook met tranen in mijn ogen als ik, via mijn werk, kennismaak met Arie Janssen. Een lieve, bescheiden man op leeftijd, die als jonge jongen de nog warme lijken bij het Rademakersbroek moest opladen en afvoeren. “Dat was nog niet zo makkelijk”, vertelt hij me in Achterhoeks dialect. “I’j mot wetten dat d’r in die tied nog geen hulp was um hieraover te praoten. Dat was soms best wel lastig.” Die woorden ‘best wel’ ben ik nooit vergeten. Woorden die je gebruikt als je bijvoorbeeld een best wel drukke werkdag heb gehad en dan best wel een beetje moe bent. Voor het opruimen van even daarvoor neergeschoten mannen, vind ik het een behoorlijk understatement.
Voor mensen zoals Arie, de moeder van Dieuwertje, Stien en Luther en voor zoveel andere slachtoffers van oorlog, ben ik elk jaar op 4 mei twee minuten stil. Om hen te herdenken en om stil te staan bij wat zij moesten doorstaan. Maar ook omdat we van hun verhalen nog ‘best wel’ veel kunnen leren.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant