Scholen praten over opvang asielkinderen
DOETINCHEM - Het schooljaar is weer begonnen. Kinderen fietsen weer naar de klas. Spandoeken bevestigen de nieuwe start. Het betekent ook dat de kinderen van vluchtelingen naar school gaan, meestal zonder enige kennis van de taal. Natuurlijk was er in het verleden ook wel eens sprake van een vluchtelingengezin waar een school mee werd geconfronteerd, maar de toename vereist een beleidsmatige aanpak.
Door Martin Pragt
De leerplichtambtenaar van Doetinchem vertelt dat het eigenlijk pas begint bij kinderen die statushouder zijn geworden.
'Deze opvang vraagt veel inzet en flexibiliteit'
"In principe zijn alle kinderen die in Nederland verblijven leerplichtig. In het AZC zijn de mensen echter heel kort. Na drie tot zes weken worden ze overgeplaatst naar een ander centrum, elders in het land. De tijd dat ze hier zijn is te kort om handhavend op te treden. We kunnen niet echt vorm geven aan die leerplicht. We richten ons dus op de kinderen die hier langer verblijven." In de Oude IJsselstreek worden 68 mensen gehuisvest.
Twintig kinderen
Daarvan zijn naar verwachting ongeveer 20 kinderen jonger dan 18 jaar. "Die gaan onder de leerplicht vallen en daar moeten we oplossingen voor vinden. De gemeente Oude IJsselstreek streeft naar een gedecentraliseerde opvang. Elke kern krijgt gezinnen toegewezen en de scholen in die kernen gaan zich buigen over de manier van opvang op school. De gemeente speelt een rol bij de huisvesting, maar niet bij de methodiek van opvang."
Jurgen Hulst is directeur van de Plakkenberg in Silvolde. "Het probleem speelt nu nog niet, maar we willen goed voorbereid zijn op de toekomst."
"We hebben twee jaar geleden een gezin uit Somalië ontvangen en hebben een oplossing gevonden voor het taalprobleem. Dat betekent niet dat dat ideaal is. We wisselen nu ervaringen uit om van elkaar te leren om de meest ideale opvang te realiseren".
De gemeente Doetinchem heeft besloten om het accent te leggen bij de taalontwikkeling van de kinderen. Alle kinderen die de basisschool bezoeken en die de taal niet machtig zijn komen bij elkaar op één school, in één klas. Een speciale juf zorgt er voor dat de kinderen eerst de taal leren en daarna in eigen leeftijdsgroepen worden geplaatst.
Veiliger
"Het is veiliger voor de kinderen. Ze hoeven niet, met alle ervaringen die ze hebben, ook nog eens een keer met een achterstand in de eigen groep te beginnen. Ik probeer er achter te komen wat de kinderen hebben meegemaakt. Dat is van belang voor de manier waarop ik ze kan benaderen en begeleiden. Dat gaat goed in een intensief contact", zo vertelt Jolanda Eelsing, leerkracht aan het Palet in Doetinchem.
Rick Wolsink, plaatsvervangend directeur, vertelt dat het wel lastig kan zijn dat kinderen uit de hele gemeente, zelfs uit Gaanderen en Wehl naar hen toe komen. "Het vraagt veel inzet en flexibiliteit. Voor de toekomst betekent dat, dat we meer plaats moeten kunnen bieden. Dat vraagt een andere financiële benadering, waar we met de gemeente over spreken."