MEE verhuist naar 't Olde Dales Pand
DOETINCHEM - Medewerkers van MEE Oost-Gelderland verhuizen per 1 januari van de Keppelseweg naar het karakteristieke kantoorgebouw van het vroegere bedrijf Dales aan de Plantenstraat (nabij het stadhuis). Reden voor de verhuizing is de nieuwe manier van werken. Sinds de overgang van diverse zorgtaken naar de gemeenten werken de mensen van MEE vaker op verschillende locaties en zijn ze minder in het pand te vinden.
Door Mirjam Rensink
Ook de naam MEE Oost-Gelderland verandert in MEE Oost omdat de dienstverlening sinds kort is uitgebreid naar negen Twentse gemeenten: Enschede, Hengelo, Oldenzaal, Tubbergen, Dinkelland, Losser, Borne, Hof van Twente en Haaksbergen. MEE Oost biedt zorg aan kwetsbare mensen, ze zorgt ervoor dat deze mensen mee kunnen blijven doen in de samenleving en grip op hun leven houden of krijgen. Het gaat om mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking, autismespectrumstoornis of niet-aangeboren hersenletsel.
''Wij gaan bijvoorbeeld starten met het project Navigator. We willen de meest kwetsbare groep jongeren die anders in de Wajong terecht zou komen aan een baan helpen. We hebben veel kennis en expertise in huis en we willen dit in de toekomst nog meer projectgericht inzetten. Dit is hier een goed voorbeeld van'', zegt directeur Esther Kopmels. ''We zijn ook bezig met een Vitaliteitproject waarin we mensen helpen bij het kiezen voor gezonder eten en meer sporten.''
Door de verandering in de zorguitvoer zijn er taken die vroeger bij MEE lagen naar gemeenten gegaan. Toch is MEE goed ingesprongen op deze veranderingen en heeft ze zichzelf hierdoor opnieuw op de kaart gezet als partner van mensen met een beperking. ''Gemeenten proberen alles lokaal te organiseren merken we. Zo worden er ambtenaren omgeschoold om in de toekomst delen van ons werk te gaan doen. Vanuit de gedachte dat er generalistisch gewerkt wordt, moet iedere professional mensen met een beperking kunnen ondersteunen: mensen met een achtergrond in welzijn, maatschappelijk werk, jeugdzorg, en ook ambtenaren in de WMO. MEE levert graag een bijdrage aan die kennisdeling. We willen voorkomen dat de meest kwetsbare groep zich niet begrepen voelt door bijvoorbeeld iemand van een sociaal team van de gemeente. Als zo iemand niet goed gehoord of begeleid wordt gaat hij zich verstoppen in stille plekjes in de samenleving en dat moeten wij voorkomen."
Kopmels vervolgt: "Wij denken tegelijk dat behoud van regionale infrastructuur belangrijk is. Er is inhoudelijk weinig verschil tussen een autistische jongere die werk zoekt in Doetinchem of in Oost-Gelre. We hebben open gesprekken met de gemeenten hierover. We willen ons meer gaan richten op het delen van onze kennis en expertise met bijvoorbeeld medewerkers van een gemeente die met onze kwetsbare doelgroep omgaan.''
De verhuizing en de naamsverandering van MEE gaan ook gelijk gepaard met een verandering van de organisatiestructuur. De medewerkers krijgen flexibele werkplekken want ze zijn veel bij mensen of organisaties thuis. ''Onze kerntaken worden naast cliëntondersteuning nadrukkelijk verschoven naar kennisoverdracht en het zijn van een expertisecentrum. Dat betekent dat de doelgroep van MEE nog steeds een beroep kan doen op praktische ondersteuning zoals bijvoorbeeld iemand van ons die aanschuift bij een keukentafelgesprek met de gemeente. Daarnaast zullen mensen betrokken worden in projecten zoals het Vitaliteitproject of het project Navigator. En zal MEE trainingen en adviezen gaan geven aan mensen die dagelijks te maken krijgen met de doelgroepen waar MEE zich voor inzet.''