Ulevel

Ulevel

PR

Column Ulevel: Live

Opinie

Bandjes kieken. Voor het eerst weer livemuziek!
Het mag weer. Na zoveel maanden onthouding voel ik opnieuw de opwinding uit mijn puberjaren voor een concertbezoek. Gehuld in bloemetjeshemd en behangen met veel kettingen en india sjaals ging het toen op de Puch naar een optreden. Het eerste meisje zat achterop af te zien op de harde metalen bagagedrager. Het was nooit ver rijden. In kroegen en zaaltjes in de buurt was er ieder weekend wel een band te bekijken: Golden Earrings, Outsiders, Q65, Tee Set, Cuby enz. Alle grote Nederlandse en zelfs buitenlandse groepen kwamen tientallen jaren geleden al naar de Achterhoek. Zaalhouders met liefde voor livemuziek effenden het pad voor festivals als Huntenpop. En als er een weekend niks te doen was dan organiseerde ik zelf een optreden.

Inmiddels ga ik al vijftig jaar bijna elk weekend naar muziekoptredens. Van beat naar pop, naar rock. Vooral gitaarrock. Geen klassiek, geen koor, geen schlagers. In de beginjaren zittend voor het podium op de vloer met een glas, zwetend in een Afghaanse jas. Hopend dat het bandjes kieken zou ontaarden in brommers kieken. De laatste jaren staand met een glas en een pinpas. Zwetend van de hoge bloeddruk. Tegenwoordig komt de helft van de aanwezigen net als ik voor de muziek. Voor de anderen is de podiumact behang voor belangrijkere zaken als de laatste roddels en de mobiel. Het geklets overstemt vaak de muziek tot grote ergernis van gelijkgestemden.

Ik fiets aan het begin van de avond door Ulft. Voor het eerst na de gedwongen stilte op weg naar een feest met bands. Het uitgaansleven komt duidelijk weer op gang. Ik passeer een kroeg van waaruit livemuziek klinkt. Veel fietsen voor de deur. Dan kom ik langs een uitspanning met een feest dj. Ook veel fietsen. Bij mijn ‘fest’ wordt aan de ingang gecontroleerd op QR-code en ID. Het verloopt soepel zonder noemenswaardig oponthoud en niemand klaagt. Ook de kroegbaas niet. Veel blije gezichten. Op livemuziek komen vaak dezelfde muziekliefhebbers af. Sommigen zag je voor het laatst voor de corona-invasie. De teneur van de gesprekken is van een reünie. “Blij dat ik je zie.” “Hoe gaat het?” Enkelen ontbreken en komen ook niet meer terug.

De muzikanten hebben er eveneens duidelijk zin in en voelen voor het eerst weer een podium onder de voeten. Trots vertelt er één dat er binnenkort nog een gig staat gepland. De zolderkamer kan verruild voor de repetitieruimte. Ik ga tijdens de avond nog een deur verder voor een ander optreden. Het mag tot twaalf uur. Op de terugweg besef ik ineens dat ik bij deze locatie niet ben gecontroleerd op vaccinatie. Geen controle van de QR-code.
Het is voor iedereen nog even wennen, maar er zit weer muziek in.