Boerin met varkens, Angerlo, 1932. Foto: Nationaal Archief, collectie Van de Poll
Boerin met varkens, Angerlo, 1932. Foto: Nationaal Archief, collectie Van de Poll Nationaal Archief, collectie Van de Poll

Hoe onze voormoeders leefden in Achterhoek en Liemers

Na uitbrengen boek geven broers lezing in 't Brewinc

DOETINCHEM - De lezing 'Na de pachtboeren, nu de vrouwen' door Theo en Leo Salemink is op donderdag 25 november van 19.30 tot 22.00 uur in het Erfgoedcentrum in 't Brewinc aan de IJsselkade 13 in Doetinchem.

De lezing kan uitsluitend worden bijgewoond na aanmelding bij voorkeur via het contactformulier op de homepage van www.ecal.nu, via info@ecal.nu of via 0314-787078 met vermelding van telefoonnummer en e-mailadres. Entree uitsluitend op vertoning van een bewijs van vaccinatie, een herstelbewijs of een negatieve testuitslag. Er zijn aan de lezing geen kosten verbonden.
In 2014 verscheen het boek 'Ondankbare grond' van Leo en Theo Salemink. Het boek liet zien hoe de grote geschiedenis vanaf de Tachtigjarige Oorlog tot heden doordrong in het alledaagse leven van één familie, de familie Salemink, eeuwenlang pachtboeren van Huis Bergh. Dat boek volgde de mannelijke lijn, van vader op vader. De broers Salemink hebben op veel plekken in de Achterhoek en Liemers verhalen uit dit boek verteld, dramatische en ontroerende verhalen.
Op 14 november is het boek 'Vrouwen van het land. Epos van drie dagloonsters', geschreven door Theo Salemink, verschenen. In dit boek komen de vrouwen aan het woord, van moeder op moeder, terug naar het einde van de 18e eeuw. Deze vrouwen waren geen pachtboerinnen, maar dagloonsters. Arm en vaak analfabeet.
In de lezing wordt met name ingezoomd op drie dagloonsters, voormoeders van Theo en Leo Salemink: Elisabeth Beugel, Catharina Ilting en Johanna Scholten. Zij leefden in Gendringen, Megchelen en Varsselder-Veldhunten, op de grens met wat toen nog Pruisen heette. Ze trouwden met mannen uit Anholt en werkten op de grote pachtboerderijen van Huis Bergh, met name op De Schriek in Megchelen. Ze waren vroom katholiek.
Een dagloonster was een vrouw die werkte voor grote boeren. Ze had geen vaste betrekking en werd per dag betaald. Haar werk bestond uit onkruid schoffelen, suikerbieten doorslaan, molshopen en koeienflatsen uitslaan, graan binden achter de mannen op het land, aardappels poten in het voorjaar, aardappels lezen in de herfst, de moestuin verzorgen, koeien melken, boter maken, varkens voeren en kippen verzorgen.
De lezing brengt het leven van deze vrouwen en daarmee van een grote groep vergeten vrouwen uit onze geschiedenis over het voetlicht.