Mark van Aken met de unieke vlag bij het herdenkingsmonument in Etten. Foto: Roel Kleinpenning
Mark van Aken met de unieke vlag bij het herdenkingsmonument in Etten. Foto: Roel Kleinpenning foto Roel Kleinpenning

Als Canada 'ja' zegt, zitten we met de vlag in vliegtuig

ETTEN – Nabestaanden van de Canadese bevrijders stonden zaterdag 10 september bij de vlag te huilen. De herdenkingstocht 'In our fathers footsteps' was sowieso al een emotioneel gebeuren. In Etten was bij lijstenmakerij Gal een klein oorlogsmuseum ingericht. Daar maakte vooral een originele vlag uit de Tweede Wereldoorlog (WOII) veel indruk.

Door Nick Moritz

“De meeste mensen denken bij de Canadese vlag aan de huidige maple leaf flag”, doceert Marc van Aken. “Die rood/witte vlag met het esdoornblad stamt uit 1964. Voor die tijd werd de union flag gebruikt, een rode vlag met daarin linksboven een Engelse vlag en midden rechts een embleem met drie Engelse leeuwen, een Ierse harp, Schotse leeuw, Franse lelie en 3 esdoornbladeren. Met die vlag voorop hebben de Canadezen in WOII voor onze bevrijding meegevochten.”

De interesse van Van Aken voor WOII en de bevrijding van Etten gaat zo ver dat hij onder meer lid is van de Royal Canadian Legion. Voor de 75ste herdenking van de D-Day landing reisde hij naar Frankrijk. Daar spotte hij in het dorpje Saint Aubin Sur Mer een bijzondere vlag. “Ik herkende het direct als een bijzondere versie van de Canadese union flag. Hij hing met touwtjes in de hoeken vastgebonden aan een huis. Die mensen hadden geen idee hoe uniek de vlag is. Ik ben met ze aan de praat geraakt en het eind van het liedje was dat ik de vlag mee mocht nemen. Bij hen had hij 74 jaar lang op zolder gelegen.”

“Als Marc eenmaal over die vlag begint te praten, wordt het nachtwerk”, lacht Frank Gal. “Terug in Etten raakte het dundoek dan ook al snel bekend bij mensen die in historie geïnteresseerd zijn. Zo ook bij Toon Helmes die destijds druk was met 'In our fathers footsteps'. Toon wilde de vlag daar graag bij betrekken en zo kwamen ze bij mij terecht met de vraag of ik een frame kon maken waar de vlag veilig in geëxposeerd kon worden. Door corona is het er dit jaar pas van gekomen.”

Verder onderzoek had inmiddels duidelijk gemaakt dat Van Aken met deze vlag inderdaad iets bijzonders in handen had. “Het Nationaal Militair Museum in Soesterberg heeft 'm anderhalf jaar tentoongesteld gehad. Bijzonder zoals ze er daar mee omgingen. Hij werd letterlijk met handschoentjes aangepakt en bijvoorbeeld zuurvrij geconserveerd. Nu is wel duidelijk dat het om een zogenoemde 'campflag' gaat. Zo'n vlag werd door de tentenmakers van een regiment gemaakt. Bij de invasie zat dit exemplaar voorop een tank. De grootvader van de mensen waar ik 'm van kreeg heeft de vlag als 7-jarig jochie gejat. Misschien toen de tankcrew de overwinning in de plaatselijke kroeg zat te vieren. Door de samenloop van omstandigheden heeft ie het overleefd. Met enkele mottengaatjes, maar mooi van kleur.”

Omdat de vlag door soldaten zelf gemaakt is en bewijsbaar de invasie in Normandië heeft meegemaakt, is het daadwerkelijk een uniek exemplaar. Dat maakt emoties los zoals zaterdag 10 september in Etten bleek.

Volgens Van Aken wil Canada de vlag dan ook graag terug hebben. “We hebben daar contact over met de Canadese ambassade. Als het aan ons ligt gaan we het zo professioneel mogelijk aanpakken. Frank heeft alle kennis in huis om de vlag geconserveerd in te lijsten. Zuurvrij, luchtdicht en zwevend opgehangen achter glas met uv-filter. Dan kan de lijst in een kist met een diplomatiek toestel richting Canada. En als Canada 'ja' zegt, gaan we graag mee om hem officieel aan te bieden.”