Juliet Masselink is trots op haar verhaal in het boek ‘Onze band is nooit voorbij’. Foto: Josée Gruwel.

Juliet Masselink is trots op haar verhaal in het boek ‘Onze band is nooit voorbij’. Foto: Josée Gruwel.

‘Door het verhaal op te schrijven heb ik rust in mijn hoofd'

Boek over de onmacht, de angst en de onvoorwaar-delijke liefde van een vijftienjarige schrijfster bij het verliezen van de belangrijkste persoon uit haar leven, haar broertje Sverre.

DOETINCHEM - ‘Juliet & Imre & Sverre' heet het verhaal dat Juliet Masselink schreef in het onlangs uitgekomen boek ‘Onze band is nooit voorbij'. "Ik kon met schrijven de goede woorden vinden”, zegt ze. Als lezer voel je de onmacht, de angst en de onvoorwaardelijke liefde van de vijftienjarige schrijfster bij het verliezen van de belangrijkste persoon uit haar leven, haar broertje Sverre.

Door Josée Gruwel

Juliet schrijft: ‘Het was mijn grootste angst dat Sverre zou overlijden. Ik was daar zo bang voor, dat ik het niet durfde uit te spreken. Ik dacht er niet vaak aan, want ik wilde liever leuke dingen doen met Sverre.’ Haar twee jaar jongere broertje had een energiestofwisselingsziekte. ‘Een ingewikkeld woord voor een ingewikkelde ziekte.’
Voordat Juliet werd geboren was haar zusje Imre aan dezelfde ziekte overleden. ‘In huis staan veel foto’s van Imre. Ondanks dat ik haar niet gekend heb, voelt ze als mijn zus.’

Juliet & Sverre
Juliet had een heel goede band met Sverre. ‘Een band waarvan mensen zeiden het nog nooit zo bijzonder te hebben gezien. Sverre kon niet heel veel, maar hij genoot wel van alles – en ik ook als ik iets samen met hem deed. We gingen vaak wandelen in het bos of we maakten een klein ommetje. Of we dansten op muziek.’
In februari van het vorig jaar werd de grootste angst van Juliet waarheid. Na een zware epileptische aanval werd na een aantal dagen duidelijk dat Sverre deze niet zou overleven. ‘Mijn moeder vertelde dat Sverre zou overlijden. Hij zou niet meer wakker worden.’
Juliet had het zwaar. ‘Ik wist niet dat er zoveel tranen uit mijn ogen konden komen.’ Bij het afscheid las ze een zelfgemaakte tekst en een gedicht voor. “Dat was het laatste wat ik voor hem kon doen. Het was ook fijn om te doen.”
De rouwfotografe kwam in die tijd met het voorstel dat het schrijfweekend van Stichting Nooit Voorbij wel iets voor Juliet zou zijn. Er was nog een plekje vrij.

Op weg naar het schrijfweekend
“De fotografe vertelde over het landelijke schrijfweekend dat gehouden werd in Vorden, voor jongeren die een broer(tje) of zus(je) verloren hadden. Ik dacht meteen: ja dat doe ik. Daarmee kon ik lotgenoten ontmoeten, mijn verhaal delen, steun geven aan anderen en steun krijgen.” Juliet gaf zich op. Er volgde onder andere via beeldbellen een intakegesprek met een psycholoog die gespecialiseerd is in rouw. Vader Peter en moeder Sandra stonden achter de keuze van hun dochter. “Het proces van intake en begeleiding werd door Stichting Nooit Voorbij deskundig en met zorg aangepakt”, vertellen ze. Juliet kreeg een uitnodiging. “Ik keek naar het weekend uit.” Met laptop en foto’s brachten haar ouders haar weg.

Happy
“Bij aankomst was er meteen een bijzondere klik. We waren met zestien jongeren, het was meteen gezellig.” Juliet voelde zich er helemaal happy. Ze was even los van het gewone leven, in een setting met lotgenoten waarbij ze haar verhaal in alle vrijheid kon delen en er ruimte was voor emoties die - waar nodig - door deskundigen in goede banen werden geleid.
“We werden in leeftijdsgroepen ingedeeld. Er was een grote afwisseling in activiteiten, waarbij we ontspannen spelletjes deden maar ook onze broertjes en zusjes herdachten, natuurlijk door te vertellen en te schrijven, maar ook door bloemen te steken in een groot hart en een kaarsenritueel.”

Schrijven
Bij het schrijven van haar verhaal kwamen de woorden als vanzelf. “Ik kon de goede woorden vinden, het ging gewoon. De intro kwam ter plekke: ‘Heb jij broers of zussen? Die vraag wordt vaak gesteld als je iemand ontmoet. Ja, ik heb een broertje en een zus. Alleen ze zijn beiden overleden. In dit verhaal ga ik vertellen wie ze waren en hoe het voor mij is.’” Daarna het verhaal, met helder en beeldend beschreven de angst, het verdriet, de intense liefde voor Imre en Sverre.

Juliet kijkt met plezier op het weekend terug. “Het was heel heel mooi. Ik heb er vrienden gemaakt, ervaringen gedeeld, mijn verhaal geschreven en geleerd van anderen. Het lijkt alsof het leven stopt als je broertje sterft, maar het leven gaat ook door. Proberen te genieten van kleine dingen is belangrijk, want een leven kan zo voorbij zijn. Rouwen doet ieder op zijn eigen manier. Alle manieren zijn goed.”

"Het lijkt alsof het leven stopt als je broertje sterft, maar het leven gaat ook door."


Herinneren
De boekpresentatie van ‘Onze band is nooit voorbij’ was op 10 december jongstleden. Juliet is trots op het boek. Ze hoeft nu de herinneringen met alle details niet meer in haar hoofd te bewaren, want die heeft ze vastgelegd. “Dat geeft rust.”

Het boek ligt in haar bedla. “Het lukt me nu nog niet het verhaal terug te lezen. Dat is nog moeilijk, want dan ga ik weer helemaal naar toen.”

Voor de lezer van het boek is het ook intens. Zestien uit het leven gegrepen verhalen, met sprekende foto’s, gedichtjes en pagina’s uit vriendenboekjes om de schrijvers voor te stellen. Bij de foto van Juliet lezen we dat Italië haar favoriete vakantiebestemming is en haar droom is om te dansen in Carré.

Twee plekken waar ze wellicht ooit een van de ‘sverretjes’, de bijzondere steentjes om Sverre te gedenken, achter zal laten. “Met veel mensen verspreiden we ze over de wereld.”

De hardcover ‘Onze band is nooit voorbij’, uitgegeven door Uitgeverij Nooit Voorbij, telt 368 pagina’s en is voor 22 euro 95 te koop bij elke boekhandel en via bol.com.