Met ‘hulpmiddelen’ als koptelefoon en bril konden deelnemers ervaren hoe het is om oud en gebrekkig te zijn. Foto: Markenheem, Chris Ploeger.

Met ‘hulpmiddelen’ als koptelefoon en bril konden deelnemers ervaren hoe het is om oud en gebrekkig te zijn. Foto: Markenheem, Chris Ploeger.

Omarm je toekomst' over oud zijn: heel confronterend

DOETINCHEM - Hoe is het om stokoud en gebrekkig te zijn? En langzaam afhankelijk te worden van anderen? Medewerkers, vrijwilligers en mantelzorgers van Markenheem, studenten van het Graafschap College en medewerkers van onder andere Marga Klompé en Sensire, mochten dat op festival Omarm je toekomst zelf ervaren. De verslaggeefster van Achterhoek Nieuws deed ook mee.

Door Miriam Szalata

Vandaag ben ik 87 jaar. Dat is niet mijn echte leeftijd - ik ben bijna dertig jaar jonger - maar vandaag ben ik wel zo oud in de rol die ik krijg. Ik ben in Streeckgenoot in Doetinchem te gast op het festival Omarm je toekomst. Dit is een evenement van zorgorganisatie Markenheem in samenwerking met Oudtopia. Net als de (zorg)medewerkers van Markenheem, vrijwilligers, mantelzorgers en anderen die zich betrokken voelen bij de zorg, mag ik deze middag ervaren hoe het is om heel oud te zijn. 

Eerst vertelt Inez Ytsma, beleidsadviseur bij Markenheem over de achtergrond. Het Omarm je toekomst festival haakt in op de toekomststrategie voor de zorg van Markenheem, zegt ze. “Mensen blijven steeds langer thuis wonen. Thuis wordt de zorg steeds zwaarder. Als ze in een verpleeghuis komen, is de zorg vaak nog zwaarder, terwijl er tegelijkertijd minder handjes zijn.” Met dit festival wordt een kijkje in de toekomst genomen, voor zover die niet al is ingezet.

Het festival duurt vijf dagen, zodat zoveel mogelijk mensen de kans krijgen om een middag mee te doen. Het initiatief om het zo groot aan te pakken is ontstaan na een succesvolle 24-uurs bijeenkomst vorig jaar ter gelegenheid van de opening van een nieuw gebouw van Markenheems woonzorgcentrum De Zonnekamp in Zelhem, zegt Ytsma. Een kleinere groep medewerkers, onder wie zijzelf, was 24 uur lang bewoner. Ze waren stokoud en met hulpmiddelen werden de daarbij behorende gebreken ‘gecreëerd’.

“Je kreeg een bril op waardoor het leek alsof alles wazig was, met de koptelefoon op hoorde je niks meer. En aan de polsen gingen gewichten zodat je niet goed kon bewegen”, vertelt Ytsma. “Ik vond het heel confronterend, want op een gegeven moment dacht ik: nu ben ik er wel klaar mee. Dan besef je dat dit het elke-dag-leven van ouderen is. 

“Iedereen wil ook wat van je, of ik wilde meedoen aan de bingo. Ik dacht alleen maar: ‘Ga weg, ik kan amper de nummers zien.’ Ik heb toch maar meegedaan en had de pech dat ik won en een incontinentieluier kreeg. ’s Nachts, toen ik in bed lag, kwam de nachtzuster binnen om te controleren of de luier niet verwisseld moest worden. Dat was heel storend.’’

De straat op
De groep is deze middag zo’n 130 mensen groot en wordt opgesplitst in meerdere kleine groepen. Het clubje waar ik deel van uit maak, gaat de straat op voor een wandeling. Eerst krijgen een paar mensen een speciale bril op. Als ik die opzet, zie ik mijn omgeving niet meer, alleen nog maar mijn voeten. Om me heen hoor ik het lawaai van auto’s. Aan de arm van een ‘mantelzorger’ schuifel ik over de stoep, de straat over. Ik heb geen flauw idee waar ik ben. De ‘mantelzorger’ houdt me goed vast en vertelt wat ik moet doen: “Voorzichtig de stoep afstappen, we zijn er bijna." Ik ben blij als we weer veilig binnen zijn.

Weer valt daar het woord ‘confronterend’. “Je moet je helemaal overgeven aan iemand. Je moet iemand dan wel helemaal kunnen vertrouwen.” En: “Ik vroeg me af: wil ik wel naar buiten? Geniet ik hier nog van?” Wat ik ervan geleerd heb: “Ga niet uit van je eigen verwachting dat een wandeling goed is, maar vraag goed uit of iemand wel wil.” En: “Het brilletje zorgt voor een gevoel van desoriëntatie, dat is bijvoorbeeld bij dementie aan de hand.’’
Zo zijn er de hele middag allerlei ervaringen op te doen. Hoe eet je een gebakje terwijl je amper nog iets ziet en met een arm die niet meer mee wil doen? We dolen rond in het geheugen dat steeds minder wordt. We denken na over hoe we willen wonen als we oud zijn (thuis, dicht bij de kinderen, dicht bij voorzieningen), en over wat je nodig hebt om je in je laatste huis thuis te voelen. Er is een interactief theater over lastige situaties op de werkvloer die mogen verbeteren. Na afloop is er veel om over na te denken en zijn we een ervaring rijker.

Deelnemers ervaren hoe het is om een wandeling te maken terwijl ze nauwelijks nog iets van de omgeving zien. Foto: Markenheem, Chris Ploeger.